CPR Informatie

De CPR (Construction Products Regulation) is een Europese verordening die ervoor zorgt dat eenduidige eisen gesteld worden aan de essentiële eigenschappen en prestaties waaraan bouwproducten moeten voldoen. Kabels die zijn geïnstalleerd in permanente elektrotechnische installaties van bouwwerken (bijvoorbeeld: gebouwen en civieltechnische werken) vallen met betrekking tot hun brandgedrag onder de CPR. Kabels worden hierbij geclassificeerd in verschillende brandklassen. Sinds de invoering van de regeling is er een overgangsperiode van 1 jaar afgesproken. Vanaf 1 juli 2017, als de overgangsperiode voorbij is, moeten kabels die in de handel worden gebracht door fabrikanten en importeurs en toegepast worden in permanente installaties van bouwwerken’ voldoen aan de CPR brandclassificatie en geleverd worden met een prestatieverklaring (DoP) met brandclassificatie en CE-markering. Het betreft hier dus zowel de elektriciteitskabels en maar ook de communicatiekabels met geleiders van metaal en glas (glasvezel), voor vaste installatie in bouwwerken, zowel gebouwen als civieltechnische werken.
CPR biedt de EU-lidstaten een gemeenschappelijke taal voor het opstellen van hun brandveiligheidwetgeving. De regelgevende instanties van de afzonderlijke lidstaten bepalen zelf aan welke prestatieniveaus moet worden voldaan. In Nederland is de NEN 8012 van toepassing.

De fabrikant of importeur is verplicht om de producten die onder CPR vallen te voorzien van een prestatieverklaring (DoP) met de brandclassificatie en een CE-markering. Het brandgedrag van deze producten mag niet op een andere manier geclassificeerd worden.

Wat is een Declaration of Performance (DoP)? Een DoP is een verklaring over technische eigenschappen van producten die fabrikanten moeten afgeven in het kader van CPR. Installateurs, adviseurs, engineers, architecten en eindgebruikers moeten op basis van de verstrekte informatie voor elke situatie en omgeving de vereiste en meest geschikte kabel kunnen kiezen. ESZET is een wijze aan het ontwikkelen om het voor de klanten zo eenvoudig mogelijk te maken een DoP te downloaden. Zodra hier meer over bekend is, zullen wij u informeren.

Na 1 juli 2017 mogen fabrikanten en importeurs niet-CPR-geclassificeerde kabels voor toepassing in permanente elektrotechnische installaties van bouwwerken (bijvoorbeeld: gebouwen en civieltechnische werken), niet meer in de handel brengen.
Niet-CPR-geclassificeerde kabels die vóór 1 juli in de handel zijn gebracht, mogen toegepast worden in bestaande installaties, omdat daar de toen geldende regels van toepassing zijn. In de overgangsperiode spelen verschillende aspecten een rol in de kabelkeuze.

Vragen die naar voren komen:

De overgangsperiode is van kracht sinds 10 juni 2016 en vanaf 1 juli 2017 is de toepassing van CPR verplicht. Welke kabel kan toegepast worden?

  1. Bouwvergunning is verstrekt vóór overgangsperiode (voor 10 juni 2016)
    1a Uitvoering vindt plaats in overgangsperiode tussen 10 juni 2016 en 1 juli 2017:
    CPR-geclassificeerde kabels en niet-CPR-geclassificeerde kabels mogen worden toegepast.

    1b Uitvoering vindt plaats na 1 juli 2017
    CPR-geclassificeerde kabels en (voor zover beschikbare) niet-CPR-geclassificeerde kabels mogen worden toegepast, tenzij CPR-geclassificeerde kabels privaatrechtelijk (contractenrecht) verplicht zijn. Fabrikanten en importeurs mogen na 1 juli 2017 alleen nog CPR-geclassificeerde kabels in de handel brengen. Niet-CPR-geclassificeerde kabels mogen hoogstens nog op de markt worden aangeboden.

  2. Bouwvergunning is verstrekt tussen 10 juni 2016 en 1 juli 2017
    2a Uitvoering vindt plaats in overgangsperiode tussen 10 juni 2016 en 1 juli 2017:
    CPR-geclassificeerde kabels en niet-CPR-geclassificeerde kabels mogen worden toegepast.

    2b Uitvoering vindt plaats na 1 juli 2017:
    Na 1 juli 2017 is de CPR overgangsperiode ten einde.
    De op het moment van afgifte van de Bouwvergunning geldende NEN 1010 is van kracht.

    De huidige NEN 1010:2015 + C1:2016 verwijst voor het brandgedrag naar de NEN 8012. Dit betekent dat de installateur voor elke installatie onder NEN 1010: 2015 + C1: 2016 de verplichting heeft kabels te gebruiken die voldoen aan de NEN 8012, waardoor CPR-geclassificeerde kabels verplicht zijn. Fabrikanten en importeurs mogen na 1 juli 2017 alleen nog CPR-geclassificeerde kabels in de handel brengen.

  3. Bouwvergunning is verstrekt na 1 juli 2017 In deze situatie geldt hetzelfde als onder 2b verwoord.
    De op het moment van afgifte van de Bouwvergunning geldende NEN 1010 is van kracht.

    De huidige NEN 1010:2015 + C1:2016 verwijst voor het brandgedrag naar de NEN 8012. Dit betekent dat de installateur voor elke installatie onder NEN 1010: 2015 + C1: 2016 de verplichting heeft kabels te gebruiken die voldoen aan de NEN 8012, waardoor CPR-geclassificeerde kabels verplicht zijn.

Hoe is het geregeld bij de uitbreiding van een bestaand gebouw? Tot 1 juli 2017 zal bij het uitbreiden van een bestaande installatie het gebruik van niet-CPR-geclassificeerde typen zijn toegelaten. Na 1 juli 2017 mogen kabels die al in de handel zijn gebracht nog worden gebruikt. Na 1 juli 2017 mogen er voor vaste elektrotechnische installaties van bouwwerken alleen CPR-geclassificeerde kabels door fabrikanten en importeurs in de handel gebracht worden.

Welke kabels vallen onder CPR? CPR is toepassing op kabels voor algemeen gebruik die zijn geïnstalleerd in permanente elektrotechnische installaties van bouwwerken (gebouwen en civieltechnische werken) waarvoor prestatie-eisen op brandgedrag gelden. In eerste instantie moeten in gebouwen en civieltechnische werken de kabels bestemd voor elektriciteit en communicatie worden geclassificeerd op basis van brandgedrag (“Reaction to Fire”). In de toekomst zullen de kabels waarbij continuïteit van energie en/of signalering voor veiligheidsinstallaties noodzakelijk is ook in CPR worden opgenomen (“Resistance to fire”). Dit is belangrijk bijvoorbeeld voor de continuïteit bij brand van levering van elektriciteit, communicatie, branddetectie en alarmsystemen in gebouwen of civieltechnische werken.

Moeten de draden in een buis worden voorzien van CE-markering met brandclassificatie? Ja, als de draden in een buis worden toegepast in de permanente installatie in een bouwwerk en er eisen worden gesteld aan het brandgedrag, vallen deze onder CPR. Het feit dat de buis wel of niet is voorbedraad, maakt geen verschil in de verplichting om het draad te voorzien van CE-markering met brandclassificatie (op het product label).

Hoe zit het met kabels voor machines of wanneer machines een groot deel van het gebouw innemen? Machinekabels vallen niet onder CPR, in principe ook wanneer machines een groot deel van het gebouw innemen. De kabels voor de gebouw-gebonden (permanente) installaties zoals bijv. verwarmingsinstallaties, ventilatie installaties, koelinstallaties en vaste verlichting vallen wel onder het toepassingsgebied van CPR en hiervoor is de NEN 8012 beschikbaar voor het vaststellen van de classificatie.

Nieuwe ontwikkelingen

Vanaf 1 juli 2020 worden minimale prestatie-eisen voor brand- en rookgedrag van kabels wettelijk vastgelegd in het Bouwbesluit 2012. Daarmee worden de CPR-brandveiligheidseisen van kabels aangescherpt. De wijziging houdt concreet in dat voor kabels met brandklasse Dca de rookclassificatie aangescherpt wordt van S3 naar S2. Zo voldoet ook Nederland aan de gestelde EU-regels om minimale eisen voor brandgedrag van bouwproducten vast te leggen in de wetgeving.

De brandveiligheid in gebouwen is iets wat eenieder die werkzaam is in de bouwketen aangaat. Daar dienen we als keten samen de verantwoordelijkheid voor te nemen. Dat begint met het maken van brandveilige keuzes als het gaat om materialen. De kwaliteit van kabels speelt al een belangrijke rol in het voorkomen van brand, maar de impact van kabels tijdens het verspreiden van een brand in gebouwen wordt vaak onderschat. Gezien het feit dat kabels en leidingen ruimtes en verdiepingen in een gebouw met elkaar verbinden, spelen ze een wezenlijke rol in de beperking van verspreiding van brand.

WIJZING BOUWBESLUIT 2012 & NEN8012 De wijziging in het Bouwbesluit 2012 richt zich enkel op de minimale eisen ter voorkoming van slachtoffers (gewonden en doden ) en uitbreiding van brand naar andere percelen. Gevolgschade, zoals het behoud van een bouwwerk en het voorkomen van schade aan het milieu, monumenten of maatschappelijke voorzieningen, zijn geen doelstellingen van het Bouwbesluit 2012. Juist ook bedrijfseconomische en maatschappelijke gevolgschade zijn van belang voor uw opdrachtgever en de maatschappij. Daarin ondersteund de NEN8012, de Nederlandse norm voor brandclassificaties. De NEN8012 helpt bij het maken van de juiste keuze voor de brandclassificatie ter beperking van gevolgschade en stelt daarom aanvullende eisen aan de zuurgraad van (giftige) rookgassen en brandende vallende deeltjes.

De NEN8012 zal later dit jaar worden aangepast zodat deze in lijn is met het gewijzigde Bouwbesluit 2012. Daarmee biedt de NEN8012 de sector en de gehele keten, aansluitend op het Bouwbesluit, helderheid voor wat betreft de leidingkeuze ter voorkoming van slachtoffers en uitbreiding van brand naar andere percelen, maar aanvullend op het Bouwbesluit 2012 ook met het oog op het beperken van gevolgschade door brand en rook.

WIlt u meer informatie dan kunt u natuurlijk altijd even contact met ons opnemen. Ons telefoonnummer is 0341-438200.